Overal wordt aandacht gevraagd om toch vooral minder tegels of andersoortige bestrating te realiseren. Operatie Steenbreek is bijvoorbeeld een initiatief waar veel overheden aan mee werken en vaak ook gesubsidieerde SteenBreek acties organiseren. Het Nederlands kampioenschap Tegelwippen komt daar bijvoorbeeld uit voort; welke gemeente wipt de meeste tegels…
Begin NIET met grondverbetering
Maar dan zijn de tegels weg en wat dan? Wij krijgen die vraag vaak. Begin vooral NIET met grondverbetering! Zeker niet in de vorm dat je het zand, wat er meestal onder de tegels ligt, te verwijderen en te vervangen voor 'bemeste tuingrond'. Of potgrond en dergelijke. Hooguit een beetje onbemeste, liefst biologische, bladcompost zonder veen of turf.
Het zand is een prima grondsoort om wilde tuinplanten of nauw verwante soorten te plaatsen. Door het zand, wat zeker niet altijd voedselarm is,worden planten gedwongen om een groot wortelstelsel te maken. Sommige planten gaan meters diep op zoek naar vocht en voedsel.
Helaas zien veel tuinaanleggers dit als een verdienmodel. Ze fixen het wel even. Leveren van bemeste grond, afvoeren van zand, leveren van planten en na een paar maand weer leveren van planten en volgend jaar weer leveren van planten… Van Kooten en De Bie hebben er verschillende sketches over gemaakt; Scheurgras en Winterklaar bijvoorbeeld.
Gevelbeplanting in zon en schaduw
Omdat tegels vaak vlak tegen een gevel gewipt worden kun je daar het beste soorten planten die tegen warmte kunnen, vooral als de gevel op een zonkant ligt. In de schaduw kun je feitelijk alle wilde schaduwplanten toepassen, zoals bosandoorn, donkere ooievaarsbek, alle varens, salomonszegel, aronskelksoorten, grote veldbies en andere veldbiezen, zegges en grassen van bosranden en nog veel meer.
In de zon kun je ook kiezen voor mediterrane soorten zoals bepaalde tuinkruiden. Niet inheems maar toch redelijk herkenbaar voor insecten van hier. Door de opwarming krijg je ook steeds meer dieren uit het zuiden die naar het noorden trekken en dus ook de zuidelijke planten herkennen. Zo zie je de
koninginnepage hier ook op lavendel fourageren en de keizersmantel op rode spoorbloem. Lavendel, echte salie, rozemarijn, hyssop en gewone tijm bijvoorbeeld. Maar ook wilde tijm en wilde marjolein, soorten van hier doen het prima. En dan allerlei planten die bij ons op droge en zonnige plekken groeien. Op heides zoals St-Janskruid en grasklokje. Of op stenige plekken zoals muurpeper, wit vetkruid en Engels gras. Maar ook knoopkruid, wilde margriet, prachtklokje, akkerklokje, lange ereprijs, mannetjes ereprijs, muskuskaasjeskruid, ruige leeuwentand, biggenkruid, duifkruid, beemdkroon, wondklaver en nog veel meer soorten.
Vaak wordt ook gevraagd naar klimplanten. Dat is wat betreft inheemse soorten voor hier redelijk beperkt. Onze klimmers, zoals bosrank en heggenrank zijn nogal enthousiast. Boslathyrus, een die wat schaduw wil deel van de dag kan ook nogal behoorlijk hard doorgaan. Veldlathyrus en bont kroonkruid ook. Daar heb je dus echt de ruimte voor nodig.
Onze rozen, die ook best goed klimmen, zijn geen van allen echte doorbloeiers. De hondsroos en egelantier bijvoorbeeld bloeien uitbundig in mei en juni maar daarna niet meer tot soms wat nabloei in de herfst als er al bottels aan zitten. Wil je toch bloemrijke gevelbestormers toepassen dan zul je over de grens moeten kijken, wel met het gevolg dat je dan minder aantrekkelijk bent voor de insecten van hier. Maar doorbloeiende klimrozen, vooral de enkelbloemigen worden wel goed gevonden.
Auteur Martin Stevens heeft twee boeken geschreven over wilde, inheemse planten: 'Wilde planten in eigen tuin' en 'Tuinieren met wilde planten'. Beide boeken zijn echte aanraders en bestel je hier.
Ook online kun je veel informatie van zijn hand vinden. Bijvoorbeeld deze lijst met 10 interessante wilde planten voor je tuin.
Wilde, inheemse planten koop je lokaal bij De Groene Ruijter in Bussum, De Groene Afslag in Laren en bij Kas@Co in Kortenhoef.